In een orthodontiepraktijk worden je tanden en kiezen recht in je mond gezet. Door middel van een beugel komt er druk op de scheve tanden en kiezen. Daardoor gaan ze langzaam recht staan. Dat werkt bij volwassenen en kinderen. Bij kinderen kan zelfs de groeirichting van de kaken worden beïnvloed, zodat bijvoorbeeld een overbeet wordt opgelost.
In de orthodontiepraktijk worden geen gaatjes gevuld zoals bij een tandarts. Er wordt niet geboord. In de orthodontiepraktijk is het een georganiseerde drukte, want er zijn een heleboel patiënten tegelijk. Vaak kunnen de patiënten zien wat er op de stoel gebeurt, terwijl ze op hun beurt wachten. Dat zie je nooit bij de tandarts. Bij hem gaat de deur dicht. Zolang je een beugel draagt, kom je veel vaker in de orthodontiepraktijk dan bij de tandarts. Je maakt aan het begin van je behandeling een serie korte en lange afspraken. Iedere patiënt komt elke vier tot zes weken langs voor het afstellen van de beugel, zodat je tanden elke keer weer iets rechter gaan staan. Om die behandeling goed te overzien, heeft mw. Huisinga een speciale opleiding gehad. Zij studeerde in zes jaar voor tandarts; daarna specialiseerde ze zich in beugels. Die specialisatie duurt vier jaar. Zij heeft dus tien jaar aan de universiteit gestudeerd om specialist orthodontie te worden. Als je specialist in de orthodontie bent, word je in het Specialistenregister (www.bigregister.nl) ingeschreven. Sommige tandartsen doen speciale cursussen, dan mogen zij ook met beugels aan de gang voor eenvoudige afwijkingen.